Keramiek Gent | Workshops en lessenreeks | Slow art en creatieve mindfulness | Meike Janssens

Je eigen stijl vinden als kunstenaar, toch niet zo belangrijk?

Hoe vind je als kunstenaar je eigen stijl

Het is toch wel een vaak gehoorde zin. Hoe vind ik nu mijn eigen stijl en wat maakt dat ik onderscheidend ben.

Ik kan dit uiteraard alleen vertellen vanuit mijn eigen standpunt dus ik probeer het even.

 

Starten aan de academie met opdrachten.

Ik ben gestart aan de academie, 4 jaar geleden met de ene opdracht na de andere. Opdrachten vond ik maar niets om te doen, maar ze horen er nu eenmaal bij. Het materiaal moet je leren kennen of is het omgekeerd. Ohja, doen…doen…doen.

Maar niet snel genoeg. Misschien ben ik wel te gretig?

Maar het is door te doen en in overdrive te gaan dat je pas kan uitdokteren wat bij je past. Waar je blij van wordt, waar je uren wil aan spenderen om het onder de knie te krijgen.

En dat is een eerste stap in de goede richting in het leren kennen van je eigen stijl. Dan start je zonder opdrachten, eindelijk. Maar tegelijk komt er dan ook geen zee maar een oceaan aan nieuwe mogelijkheden.

‘Een keramist moet zeven levens hebben om alles onder de knie te krijgen’

 

Men zegt wel eens dat je als keramist zeven levens moet hebben om alles binnen het medium onder de knie te krijgen. En dat klopt wel, geloof ik.

Zaak is dus om te leren kiezen. Laat dat nu net iets zijn waar ik niet goed in ben. Maar gelukkig is het materiaal nogal opdringerig wat dat betreft.

Maar kiezen is hier ook leuk want ik volg waar ik gelukkig van word. Heerlijk toch. Dus laat je leiden in de keuzes, daar waar je gelukkig  bent.

Daar waar je hart een sprong maakt, waar je een ‘HEY HIER WIL IK MEER OVER WETEN’ gevoel krijgt. Met hoofdletters, want het is loud and clear. 😉

En dat is volgens mij iets dat geldt bij elke (kunst)discipline. Ik hou het bij kunst want de titel is, hoe vind je als kunstenaar je eigen stijl.

Door te creëren. Elke dag opnieuw. Door uren en uren in je materiaal te kruipen.

Nu het klinkt in mijn wereld als een vraag die je absoluut moet kunnen beantwoorden. En heb je je eigen stijl al gevonden.

Maar misschien ben ik nu wel een spelbreker, maar… wat is dat dan eigenlijk, die eigen stijl vinden.  Wil dat zeggen dat je niet meer van stijl mag veranderen? Hopelijk niet.

Of ‘gewoon’ je arsenaal uitbreiden?
 

Misschien is een stijl wel altijd een tijdelijk gegeven. Iets wat je aandacht op dat moment grijpt, iets wat op dat moment belangrijk is of zich opdringt.

Men zegt wel eens over mijn werk, jij hebt al zo’n herkenbare stijl. Misschien is het dat gewoon, dat mensen je ‘hand’ herkennen of je denkpatroon.

Want kunst maken, kunstenaar zijn, creatie van werken. Dat gaat mijns inziens meer over de manier waarop je in het leven staat.

Over de manier waarop je naar de dingen kijkt, over dat wat je triggert om aan de slag te gaan. En dat zal altijd een mengeling zijn van verschillende zijwegen. En vaak zal dit het aanleren van nieuwe technieken zijn, het uitbreiden van je arsenaal.

Je arsenaal waarmee je kan communiceren met beelden. Praten met de toeschouwer, met iemand die je kunstwerken nadien in gebruik neemt.

Maar de onderlijn is wel, je wil iets zeggen. Je wil je uitdrukken met een andere vorm dan talig.

 

En dat gaat niet over hoe goed je wel kan knippen als maker van collages of hoe perfect je een kopje kan draaien op een wiel.


Perfectie en kunst, laten we die twee niet in dezelfde zin vermelden.

 

Het gaat om wat de andere voelt als hij, zij of x naar je werk kijkt. Over wat jij voelt. En dat mag walging zijn, verwondering, bewondering of onbehagen.

Misschien iets vreemd. Misschien weet je niet wat te voelen op het eerste gezicht, wil je wel twee keer kijken. En dat mag, dat is goed.

Ik maakte stukken soms ook al zo ‘af’ of ‘perfect’ dat ik er niets meer bij voelde. Ook die stukken halen de eindmeet niet.

Nogmaals, laten we perfectie overlaten aan de industrie. Perfectie en kunst, daar voelen weinigen nog iets bij.

Toch?

Wordt vervolgd, waarschijnlijk